Janice Roopram: “Vooral nu in deze crisisperiode is het omkijken naar elkaar meer dan nodig.”
In het kader van de week van de Pleegzorg heeft Hart voor Den Haag/Groep de Mos-raadslid Janice Roopram schriftelijke vragen gesteld aan het stadsbestuur. Roopram vraagt aan het college of er nog steeds sprake is van een tekort aan pleeggezinnen. Met name het aanbod van pleeggezinnen met een culturele achtergrond is matig. In de afgelopen tien jaar is het aantal kinderen dat gebruikmaakt van pleegzorg verdubbeld. De vraag blijft groter dan het aanbod. Ook lijken problemen soms sneller te groeien dan de geboden oplossingen. Kinderen zijn hier de dupe van. Ze moeten vaak genoegen nemen met een plek in een gezin buiten de eigen gemeente. Of kinderen kunnen niet in een pleeggezin terecht voor de duur die eigenlijk nodig is, zodat ze van gezin naar gezin moeten verhuizen. Ook is het steeds lastiger om broertjes en zusjes samen te plaatsen doordat er een tekort is of was dan aan pleegouders.
Met name in de grote steden is er een toenemend aantal migrantenkinderen dat opgevangen wordt in pleeggezinnen. In de praktijk blijkt dat er meer migrantenkinderen zijn die opvang nodig hebben dan er migranten pleeggezinnen beschikbaar zijn. Hierdoor kan niet worden voldaan aan de richtlijn uit het *IVRK, (Het Internationale Kinderrechten Verdrag) namelijk dat er bij plaatsing in een pleeggezin rekening gehouden moet worden met de culturele achtergronden van kinderen.
“Het college heeft aangegeven stevig in te zetten op preventie en vroegtijdig signaleren. Ik hoop dat het college dan ook openstaat om een pilot te starten met Buurtgezinnen, ook wel genoemd Steungezinnen,” zegt Janice Roopram.
Buurtgezinnen vangen kinderen op als ouders door omstandigheden tijdelijk overbelast zijn. Buurtgezinnen voorkomen dat de problemen in een gezin verergeren en eraan bijdragen dat kinderen fijn kunnen opgroeien in hun eigen gezin. Gezinnen die het zwaar hebben (vraaggezinnen) worden gekoppeld aan een warm en stabiel gezin in de buurt (buurtgezinnen). Zo krijgen kinderen wat extra liefde en aandacht en worden ouders even ontlast. Het buurtgezin zorgt ervoor dat de ouders weer op adem kunnen komen en kinderen zich positief kunnen blijven ontwikkelen. Vraag- en Buurtgezinnen maken onder begeleiding van de coördinator van Buurtgezinnen afspraken over de steun. Dit kan bijvoorbeeld gaan om een wekelijkse speelafspraak, een weekend logeren of samen iets leuks ondernemen. Dat is iedere keer maatwerk.
“De inzet van Buurtgezinnen kan een waardevolle aanvulling zijn op het gebied van informele zorg aan gezinnen. Vooral nu in deze crisisperiode is het omkijken naar elkaar meer dan nodig”, aldus Janice Roopram. Met begeleiding van een Buurtgezinscoördinator hoopt Roopram dat de pilot zo snel mogelijk gestart kan worden.
Lees hier onze schriftelijke vragen: