Hart voor Den Haag maakt zich grote zorgen om het brandgevaar in (ondergrondse) parkeergarages in Den Haag. Naar aanleiding van de recente brand in een parkeergarage in Den Bosch, stelt raadslid Rachid Guernaoui van Hart voor Den Haag schriftelijke vragen over de veiligheid van elektrische auto’s omtrent brandgevaar en het verhelpen van brand in parkeergarages.
Bij de brand in Den Bosch is gebleken dat veiligheidsmaatregelen in ondergrondse parkeergarages van levensbelang zijn, want branden zijn daar veel gevaarlijker dan boven de grond. Bij brand in een ondergrondse parkeergarage komt namelijk veel gevaarlijke rook vrij en kan de hitte kan nergens heen.
Elektrische voertuigen
De opkomst van elektrische auto’s zorgt ervoor dat meer auto’s opladen in parkeergarages. Hierdoor stijgt het aantal elektrische auto’s in parkeergarages enorm. Dit resulteert erin dat de garages een stuk gevoeliger zijn voor branduitbraak. Bovendien is het blussen van een elektrisch voertuig een stuk moeilijker dan bij een gewone auto. Bij een elektrische auto zit de accu namelijk in een gesloten huls, waardoor het voor de brandweer lastig is om de brand efficiënt te blussen. Zelfs als het vuur uit is, kan een hete accu later opnieuw nog vlamvatten. Volgens de brandweer moeten ze een elektrisch voertuig bij brand in een container met water plaatsen, zodat de auto helemaal afkoelt. Het probleem is dat het bij brand in een ondergrondse parkeergarage haast onmogelijk is om een brandende auto naar buiten te krijgen.
Actie
Vanaf 1 januari 2024 heeft elke nieuwe parkeerkelder onder woningen een sproeisysteem. Zo’n installatie kan brand in veel gevallen blussen. Wanneer dat niet lukt, bijvoorbeeld in het geval van een elektrische auto, blijft de situatie in ieder geval onder controle. Rachid Guernaoui: ‘zo’n sproeisysteem zou in alle parkeergarages moeten komen. Dan weten we zeker dat de veiligheid van omwonenden gewaarborgd is.’ Volgens de gemeente en verschillende bouwbedrijven is dat te duur om te realiseren, maar daar laat Guernaoui het niet bij zitten. Namens Hart voor Den Haag stelt hij schriftelijke vragen om de gemeente op andere gedachte te brengen.