Raadslid Davituliani; ‘In de tram en bus moet ook gehandhaafd worden op gezichtsbedekkende kleding. Selectief shoppen in wet- en regelgeving door OV-bedrijven kan niet!’

Hart voor Den Haag / Groep de Mos wil dat de wet op gezichtsbedekkende kleding, die per 1 augustus 2019 in werking treedt, wordt gehandhaafd in Den Haag. Uit berichtgeving in media en een interne memo van de HTM blijkt dat openbaar vervoerbedrijven geen reizigers met gezichtsbedekkende kleding gaat weigeren. In een HTM-memo staat dat reizigers nooit de toegang tot tram of bus geweigerd mag worden of verzocht worden om het voertuig te verlaten.

Voor de politie zou de handhaving van het boerka verbod in openbare gebouwen en het OV geen prioriteit hebben. Hart voor Den Haag vindt een dergelijke uitspraak een verkeerd signaal.

Democratische rechtsstaat

“De wet moet wel gehandhaafd worden. Nederland is een democratische rechtsstaat en iedereen hoort zich aan de wet te houden. Dus ook een vrouw die een boerka draagt hoort te weten dat op het moment dat ze een overheidsgebouw of een tram of de bus binnenkomt, zij de gezichtsbedekking moet weglaten. Dit geldt ook wanneer een boerka dragende vrouw een aangifte besluit te doen”, aldus raadslid Davituliani.

Volgens het raadslid is het handhaven de enige optie. Zij verwacht dan ook dat de burgemeester alles eraan zal doen wat in haar vermogen ligt om hier voor te zorgen. “De wet is niet voor niets aangenomen, het dragen van een boerka bemoeilijkt de identificatie, dat is de essentie van de wet.”

Raadslid Davituliani vervolgt; “Dit is nu juist een belangrijk punt. Het is niet toegestaan om gezichtsbedekkende kleding te dragen. Dan moet daar wel tegen opgetreden worden. Dat betekent dat er ook reizigers geweigerd moeten worden. Het personeel van de HTM dient hierin ondersteuning te krijgen van de Politie. Het is onbegrijpelijk dat dit nog niet goed geregeld is”.

Lees hier onze schriftelijke vragen