Aanpak op wijkniveau en leesoffensief 

Bijna een kwart van de bewoners van Den Haag is laaggeletterdheid. Naast inwoners voor Nederlands geen moedertaal is, hebben ook veel stadsgenoten die hier zijn geboren en getogen moeite met lezen en schrijven. Hart voor Den Haag-raadslid Nino Davituliani signaleert veel schaamte bij laaggeletterden. 
“En daar moeten we zo snel mogelijk vanaf. Twee jaar geleden is er in opdracht van de gemeente een onderzoek geweest dat het grootste percentage laaggeletterde stadsbewoners afkomstig is uit de wijken Laakkwartier en Escamp. Laaggeletterdheid zou op wijkniveau aangepakt worden, bijvoorbeeld in de buurthuizen. Inmiddels hebben we een jaar van Corona achter ons en is de aanpak zo goed als stil komen te liggen. Ik pleit ervoor omde wijkaanpak voor het komende jaar, met afrekenbare doelen, te intensiveren”, aldus Davituliani.

Leesoffensief

Al langere tijd wordt de noodklok geluid over de dalende leesvaardigheid in Nederland, dus ook in Den Haag. “Daarom pleiten wij voor een leesoffensief via de lokale media over het nut van lezen, maar vooral dat lezen erg leuk. Om meer jongeren te bereiken moeten voor jongeren aansprekende influencers worden ingezet”, aldus Davituliani. 

Vroegsignalering en logopedie

De taalachterstand  onder kinderen en jongeren neemt hand over hand toe. Hart voor Den Haag wil daarom dat het college meer inzet op preventie en vroegtijdige aanpak om de taalvaardigheid onder jongeren te stimuleren. 
Volgens de partij is de belangrijke factor bij laaggeletterdheid dat taalproblemen niet of te laat worden gesignaleerd.  “Door taalproblemen tijdig te signaleren kan er voorkomen worden dat kinderen later met tal van andere vaardigheden achterlopen”, aldus Davituliani die daarom wil dat er vanaf het vroege begin al duidelijk wordt welke problemen er bij een kind met een taalachterstand spelen. Volgens haar kan dit alleen door de spraak-taalspecialisten terug te laten komen op scholen met veel kinderen met een taalachterstand. Op deze manier kan het tijdig worden vastgesteld wat voor een taalachterstand een kind heeft. Ook kan een logopedist sneller een taalontwikkelingsstoornis bij kinderen signaleren.  “Logopedisten dienen volop aanwezig te zijn op scholen waar dat nodig is. Dit ontlast de leerkrachten en garandeert de laagdrempelige, specialistische zorg die veel kinderen nodig hebben, zeker in het kader van passend onderwijs waarbij veel leerlingen die speciale zorg nodig hebben nu op basisscholen blijven.” 

Taboe doorbreken 

Tenslotte wil Davituliani dat er meer wordt stilgestaan bij een andere, complicerende factor bij de aanpak van laaggeletterdheid, namelijk: het taboe dat er nog steeds op rust. “Het is lastig om achter te komen dat een ouder laaggeletterd is. Mensen schamen zich ervoor en zoeken regelmatig excuses om onder lezen en schrijven uit te komen. Het zou mooi zijn als er bijvoorbeeld prominente figuren die zelf hebben ervaren hoe het was om laaggeletterd te zijn, opstaan om hun verhaal te vertellen.