Ralf Sluijs: “Waar blijft de beloofde uitkijktoren? Waar blijven de publiekstrekkers?”
Haagse ondernemers rondom het Binnenhof vrezen overlast in het gebied door de jarenlange renovatie van het politieke hart. Thomas Donner van Museum Bredius schrok zich onlangs rot toen hij uitwerpselen en restanten van een slaapplek vond voor de ingang van het museum aan de Lange Vijverberg, zo meldt De Telegraaf. Hart voor Den Haag heeft steeds gewaarschuwd voor de enorme gevolgen van de sluiting van het Binnenhof voor ondernemers.
“In de zeven jaar dat ik hier werk heb ik nog nooit zo’n chaos gezien. Ik heb het idee dat door verminderd toezicht door de verbouwing meer daklozen, zwervers en junks zich onbespied wanen”, zegt Donner in de krant. Ton Kroeze van Ondernemersvereniging Pleinkwartier, heeft dergelijke excessen nog niet meegemaakt, maar vindt het wel begrijpelijk. “Daklozen zoeken toch een plekje waar zij niet opvallen.” De voorzitter van de ondernemersvereniging krijgt wel klachten over overlast van muizen sinds de verbouwing. Met name op de Korte Poten. “Je ziet wel meer bedelaars en muzikanten in alle soorten en maten. Dat bevestigt ook de politie.” Kroeze maakt zich wel zorgen over toename van overlast zodra Algemene Zaken het Binnenhof verlaat en over de stapeling van bouwprojecten en wegwerkzaamheden in het centrum. “Als mensen het gebied gaan mijden is er minder sociale controle. Wel zijn er korte lijnen met de politie, handhaving en gemeente over de verbouwing Binnenhof.”
Spookstad
“Dit is een pijnlijke bevestiging van waar we altijd voor gewaarschuwd hebben”, zegt raadslid Ralf Sluijs van Hart voor Den Haag. “Waar blijft de toegezegde uitkijktoren? Waar blijven de publiekstrekkers rondom het Binnenhof en op de Hofvijver? Er is geen enkele verleiding voor het grote publiek om te komen en zo creëer je dus de spookstad zoals die nu is met verloedering tot gevolg”, stelt Sluijs die ook opheldering wil over de compensatie voor ondernemers die door de sluiting van het Binnenhof forse omzetverliezen lijden. Uit een achtergehouden rapport van Deloitte uit 2017, bleek eerder dat de binnenstad voor de totale duur van de renovatie van 5,5 jaar, 208 miljoen euro aan inkomsten misloopt. “Dat gaat om overnachtingen, bezoeken aan de horeca, musea en winkels maar ook leveranciers. Dat zal linksom of rechtsom gecompenseerd moeten worden. Het kan toch niet zo zijn dat onze ondernemers kapot lopen op een renovatie van het Binnenhof waar ze nooit om gevraagd hebben”, zegt Sluijs die wijst op het compensatiefonds wat oud-wethouder Richard de Mos destijds eiste bij het Rijk.
Bezoekersstroom op gang houden
De Mos wilde een directe financiële claim neerleggen van 15 miljoen euro voor een zogenaamd Binnenstad Fonds. Dit boven op een belofte van het Rijk om jaarlijks 500.000 te compenseren. Dat geld zou ingezet moeten worden om de bezoekersstroom in de binnenstad op peil te houden. Hij zette in op attracties, waaronder een zingende waterlelie van de Efteling op de Hofvijver dat in samenwerking met onder meer Madurodam de geschiedenis van het Binnenhof zou vertellen. Verder zou de buitenruimte (De Kern Bijzonder) van het centrum opgeknapt worden en de verplaatsing van het Escher Museum naar de voormalige Amerikaanse ambassade worden gerealiseerd. “Het was een kans om het Museumkwartier internationaal op de kaart te zetten. Al die plannen zijn door de visieloze D66 wethouder Bruines de nek omgedraaid en in plaats van geld te regelen voor de stad, stort de gemeente er zelf nog geld achteraan. Onbegrijpelijk”, aldus Sluijs.
Hart voor Den Haag stelt schriftelijke vragen.