Ralf Sluijs: “Er is geen maatschappelijk belang maar louter eigenbelang”

“Het is aan mij gegund door heel belangrijke mensen.” Met deze woorden maakte tassenmaker Omar Munie duidelijk wat Hart voor Den Haag al vanaf het begin van de schimmige deal zegt; er is hem een miljoenengunst verleend door de voormalige wethouders Wijsmuller (HSP) en Revis (VVD). “Dit is strafrechtelijk laakbaar.” Hart voor Den Haag wil een onderzoek door de Haagse Rekenkamer.

Omdat Munie de financiering van het kapitale pand niet rondkreeg, geen bank wilde in zee met de tassenmaker, werd het in een mum van tijd doorverkocht aan een investeerder waarvan Munie ging huren. De tassenmaker heeft sinds hij in het pand naast paleis Noordeinde zit bij de eigenaar een schuld weten op te bouwen van 410.000 euro. Een belangrijke reden is dat hij in drie jaar tijd slechts een paar maanden huur heeft willen betalen. Dit bleek dinsdag tijdens een zoveelste rechtszitting in de Haagse rechtbank met als uitkomst dat Munie Mohamed met zijn winkel uit het pand vertrekt.

‘Ik laat me niet afpersen’

Pandeigenaar Jeroen de Wilde daagde Munie vanwege de huurschuld voor de rechter. Ondanks de grote schuld heeft de tassenmaker nog geprobeerd de eigenaar te bewegen 250.000 euro te betalen om te vertrekken”, zo bleek tijdens de zitting. “Maar ik laat me niet afpersen”, aldus De Wilde. En daar kwam het hoge woord eruit, Munie gaf aan in het pand te willen blijven want: “Het is aan mij gegund door heel belangrijke mensen”. Desondanks volgde er een schikking en nemen Munie en de vastgoedontwikkelaar afscheid van elkaar. Met de schikking is het pand, dat een maatschappelijk belang moest hebben, definitief in handen gekomen van een particuliere vastgoedontwikkelaar.

Onderzoek door Rekenkamer

“Het is ongelofelijk wat hier allemaal gebeurd is”, zegt raadslid Ralf Sluijs van Hart voor Den Haag die zich al 3,5 jaar in de zaak vastbijt. Hij wijst erop dat deze gang van zaken volgens de regels van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) normaal gesproken niet kunnen gebeuren. Het herenhuis was eigendom van het RVB en werd via de gemeente voor een lage prijs aan Munie gegund. “Nog voor hij het pand in handen kreeg had hij het al weer doorverkocht en was hij in staat zijn belastingschuld van circa 200.000 euro aan de Staat af te lossen. Dat Munie niks aan de deal zou verdienen is daarmee voorgoed van tafel en bewijst ons gelijk; er was geen maatschappelijk belang maar louter eigenbelang”, aldus Sluijs die nu wil dat de Haagse Rekenkamer een onderzoek instelt naar de gemeentelijke handel en wandel omtrent de deal.
“Onder de achtereenvolgende wethouders Wijsmuller en Revis maar ook onder de burgemeesters Van Aartsen (VVD) en Krikke (VVD), is dit allemaal mogelijk gemaakt. Zijn dit de ‘heel belangrijke mensen’ waar Munie op doelt of speelt er nog meer? De raad moet precies weten hoe dit heeft kunnen gebeuren daarom is het goed om de Rekenkamer te vragen dit te onderzoeken”, zegt Sluijs die ook nog wijst op de strafrechtelijke component van de zaak

‘Strafrechtelijk laakbaar’

Advocaat Eric Fransen stelt in De Telegraaf namelijk dat door de uitspraak duidelijk is geworden dat met de verkoop, “het pand bewust in handen is gebracht van iemand die niet een maatschappelijk belang heeft gediend, maar vooral zijn eigen belang”. De huidige eigenaar valt volgens de advocaat niks te verwijten. “Maar het bestuur en de ambtenarij zeker wel. Dit is strafrechtelijk laakbaar, want er is door Staat en gemeente zonder rechtsgrond een gunst verleend met staatseigendom.”

Lees hier onze schriftelijke vragen