Ralf Sluijs: “Geweldige en kleurrijke toevoeging aan grauwe straat”

Over exact een week zou hij gaan starten met de verkoop van zijn oliebollen, maar Jan Vermolen kreeg donderdagmiddag opeens te horen dat hij toch niet in de Grote Marktstraat mag plaatsnemen met zijn kraam. “Waarom? Al sla je me dood, ik heb geen idee.” Hart voor Den Haag springt in de bres.

Zijn kleurrijke wagen is in het najaar niet te missen in het straatbeeld van de Grote Marktstraat. “Ik hoor uit heel Den Haag positieve geluiden over mijn kraam”, zegt Vermolen in AD Haagsche Courant. “Een aanwinst voor de binnenstad, zeggen ze dan.” Sinds begin mei van dit jaar is Vermolen al bezig met een vergunningsaanvraag voor zijn kraam. Maar als het aan de gemeente ligt, is hij vanaf volgende week niet te zien in de Grote Markstraat, maar aan het Spuiplein voor cultuurcentrum Amare. Tot grote teleurstelling van Vermolen. “Den Haag wil zich profileren als dé stad voor het midden- en kleinbedrijf  om zich te vestigen. Nou, dan is mijn antwoord: daar zijn ze mijlenver van verwijderd. Het is schandalig hoe je als ondernemer wordt behandeld.” 

Tegenwerken
Raadslid Ralf Sluijs van Hart voor Den Haag heeft het helemaal gehad met de continue tegenwerking van de oliebollenbakker. “Zo ga je niet met mensen om. Vanaf mei is Jan al bezig met z’n vergunningaanvraag, we moesten met raadsvragen aan de bel trekken of de kramen per 1 oktober open mochten en nu dit gedonder weer. Waar zijn ze in vredesnaam mee bezig daar op het stadhuis?”, vraagt Sluijs zich hardop af. De grootste partij is juist enorm blij met de jaarlijkse kraam aan de kop van de Grote Marktstraat. “Zo gezellig is die grauwe straat niet dus Vermolen is met zijn oliebollenwagen dan ook een welkome en kleurrijke toevoeging. Ik ga er maar vanuit dat de gemeente een foutje gemaakt heeft en reken erop dat ze het als de hazenwind rechttrekken”, besluit Sluijs.

Hart voor Den Haag stelt schriftelijke vragen.
Lees hier onze schriftelijke vragen