Damiën Zeller: “Het verhaal van de Tweede Wereldoorlog moet verteld blijven worden”

De bunker en werkplek van Nazi Rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart in Wassenaar mag níet door het Rijk verkocht worden en moet opengesteld worden voor publiek. Dat stelt Hart voor Den Haag/Groep de Mos in de Haagse gemeenteraad.

Afgelopen dinsdag schreven veertig prominente historici, oud-ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, en museumdirecteuren een brief aan het kabinet. Initiator en opsteller van de oproep is de Stichting WO2 Sporen. Zij zijn van mening dat de bunker van Seyss-Inquart niet verkocht mag worden zonder dat er een actieplan van het kabinet is over hoe Nederland omgaat met zogenoemd ‘schuldig’ erfgoed. Zij vrezen dat als de bunker in particuliere handen komt er geen beperkingen zijn op wat er in de bunker komt. Hart voor Den Haag/Groep de Mos deelt deze mening. De als boerderij gecamoufleerde bunker van 61 bij 30 meter bevatte onder meer de werkkamer van Seyss-Inquart, die als Rijkscommissaris van Nederland verantwoordelijk was voor de deportatie van meer dan honderdduizend Joden.

Raadslid Damiën Zeller: “Het is belangrijk om locaties te hebben die ons herinneren aan de zwarte bladzijde uit onze vaderlandse geschiedenis. Er zijn iedere dag minder mensen die het verhaal van de Tweede Wereldoorlog kunnen vertellen, plekken als de Seyss-Inquart bunker vertellen het verhaal voor altijd”

Ralf Sluijs vult aan: “Wij maken ons altijd hard voor behoud van erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog. Deze plekken moeten we koesteren en juist openstellen voor publiek. De interesse voor de oorlog is nog onverminderd groot en het openbaar maken van de bunker kan daarin voorzien. Wij willen dit erfgoed behouden en laten zien, ook aan nieuwe generaties”, vult raadslid Ralf Sluijs aan.

Hart voor Den Haag/Groep de Mos vraagt via schriftelijke vragen het college om er bij het Rijk op aan te dringen de bunker niet te verkopen en open te stellen voor publiek.

Lees hier onze schriftelijke vragen