Nino Davituliani: “Den Haag moet het voortouw nemen als stad van vrede en recht.”
Nederland moet ervoor zorgen dat door de nazi’s geroofde kunst terugkeert naar de (nabestaanden van de) Joodse erfgenamen of eigenaren. Dat schrijft de Raad voor Cultuur in een advies aan de Rijksoverheid. Hart voor Den Haag/Groep de Mos wil dat dit advies lokaal wordt opgevolgd door de gemeente Den Haag.
In totaal hebben zo’n 3800 stukken, bekend als de Nederlands Kunstbezit-collectie, hun herkomst in de oorlog. In 1998 maakten 44 landen afspraken over de restitutie van door nazi’s geroofde kunst en werd afgesproken dat landen onderzoek doen naar de herkomst van de stukken. Maar daarmee stopte Nederland, abrupt, in 2007. ‘75 jaar na dato knokken mensen nog steeds om familiewerken terug te krijgen’, zo stelde de Volkskrant naar aanleiding van een het op dezelfde maandag gepresenteerde rapport ‘Streven naar rechtvaardigheid’. Volgens het rapport is het Nederlandse restitutiebeleid in de kern goed, maar er moeten nodige aanpassingen worden gedaan en moet het herstel van onrecht daarbij voorop staan. Hart voor Den Haag vraagt hoe de gemeente reageert op het rapport en hoeveel geroofde kunstwerken zich in Haagse musea dan wel kunstdepots bevinden.
Vrede & recht
Raadslid Nino Davituliani wil dat de gemeente Den Haag het voortouw neemt als stad van vrede & recht. Davituliani: “We zijn zeer benieuwd of er in Haagse musea of kunstdepots nog roofkunst aanwezig is en roepen het college op om een Haagse Helpdesk op te zetten die nabestaanden helpt, algemene voorlichting geeft en mensen actief benadert op het moment dat het duidelijk wordt dat zij wellicht recht hebben op een teruggave van een object. Den Haag moet hier het voortouw nemen als de stad van vrede en recht.”
Lees hier onze schriftelijke vragen