In de Tubbergenstraat in Moerwijk blijft het grofvuil zich opstapelen. Ondanks meerdere meldingen bij de gemeente blijft het afval liggen en de berg groeien. Bewoner Astrid maakte eind augustus een melding bij de gemeente over de afvalhoop voor haar deur. Op 4 september kreeg ze te horen dat haar melding was afgehandeld, maar tot haar verbazing werd er geen centimeter vuil opgehaald en is de berg alleen maar gegroeid.  Hart voor Den Haag eist actie van de gemeente.

“Het is schandalig dat bewoners, zoals Astrid, wekenlang in de rotzooi moeten leven, ondanks dat de gemeente beweert dat de melding is opgelost,” zegt Monique van Stuijvenberg, fractievertegenwoordiger van Hart voor Den Haag. “Dit soort meldingen, waar helemaal niets mee gedaan wordt, ontvangen we dagelijks via onze Facebookpagina De Mos Meldt.”

Zorgen
Medewerkers beloofden dat het vuil ‘snel zou worden opgehaald’, maar dagen later is er nog steeds niets gebeurd. De stapel blokkeert inmiddels de stoep, en bewoners maken zich zorgen over mogelijke brandstichting en rattenplagen.
Raadslid Carlos Martinez van Andel van Hart voor Den Haag spreekt zijn verbijstering uit over de situatie: “Elke keer belooft de wethouder een strengere aanpak van de vervuiling in onze stad, maar het tegenovergestelde gebeurt. Hoe kan deze wethouder zijn inwoners wekenlang laten verdrinken in vuil? We horen ook dat meldingen niet eens meer worden aangenomen omdat er twee keer per week vuil zou worden opgehaald. Maar waarom zien we daar niets van terug?”

Frustratie
Hart voor Den Haag stelt naar aanleiding van de situatie in Moerwijk schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders. De partij wil onder meer weten waarom afvalmeldingen als ‘afgehandeld’ worden geregistreerd terwijl het vuil nog steeds op straat ligt, en waarom inwoners wordt verteld dat ze geen meldingen meer hoeven te doen omdat het vuil toch wordt opgehaald. “Deze werkwijze leidt alleen maar tot frustratie en wanhoop bij bewoners. Wij blijven bewoners oproepen om meldingen bij ons te blijven doen, zodat wij de problemen kunnen aankaarten bij het college en ze niet langer genegeerd kunnen worden,” aldus Martinez van Andel, die schriftelijke vragen stelt aan het college.