William de Blok: “Too little, too late. Er is drie jaar lang geen fluit gedaan voor deze groep mensen! ”
De gemeente Den Haag is voornemens in 2021 haar woonwagenbeleid te actualiseren. Dit mede door een eerder vernietigend oordeel van het College van de Rechten van de Mens uit 2018 dat Nederlandse gemeenten woonwagenbewoners discrimineren, doordat ze geen mogelijkheid krijgen om in een woonwagen te wonen. Op de wachtlijst staan nu in totaal 195 belangstellenden voor een standplaats. Deels gaat het hier om mensen die op dit moment in een woning wonen, maar graag (weer) een woonwagen zouden willen bewonen. Deels gaat het hier ook om gezinsleden, die graag op zichzelf zouden willen wonen, maar dit (nog) niet kunnen. Hart voor Den Haag is furieus dat er in drie jaar tijd geen resultaten zijn geboekt.
In 2019 is mede door Hart voor Den Haag het uitsterfbeleid een halt toe geroepen en was in de woonagenda opgenomen dat er extra standplaatsen bij moesten komen. Een door de partij ingediende motie om het aantal standplaatsen jaarlijks te monitoren werd aangenomen. Raadslid William de Blok voor Hart voor Den Haag volgt het stadsbestuur nog steeds kritisch en ziet dat er nog weinig van eerdere afspraken terecht komt: “De wachtlijst voor een sociale huur woning is zo’n 6 jaar, voor een woonwagen is dat bijna 50 jaar. De gemeente heeft de afgelopen jaren een uitsterfbeleid gevoerd met het laten vervallen van 110 standplaatsen. Er is drie jaar niets gedaan voor deze groep mensen! Nu stellen dat ze hun uiterste best gaan doen voor voldoende plaatsen is niet genoeg. Too little, too late.” aldus De Blok. Ook het feit dat de criteria voor op de wachtlijst te komen worden aangescherpt is hem een doorn in het oog. “De kosten om je in te laten schrijven voor een standplaats gaan omhoog, dit terwijl er helemaal geen uitzicht is op een standplaats,”. De Blok kondigt aan het woonwagenbeleid in de Haagse gemeenteraad te agenderen.