Raadslid Bom: “We blijven té ver achter bij andere grote steden’ 

In het AD van donderdag 30 maart jl. stond een kop die de cultuurwethouder tot actie zou moeten bewegen: ‘Haagse kunstinstellingen gekweld door geldnood’. Vooral de enorme kostenstijgingen van materialen en de arbeidskrapte zijn de oorzaak van de problematiek. Zelfs de grote instellingen voelen de pijn en trekken aan de bel. 

Voor Hart voor Den Haag raadslid Coen Bom is dat geen nieuws. Bom: “Hart voor Den Haag roept al jaren dat er jaarlijks 19 miljoen extra moet komen voor de cultuursector. We wonen hier in dé cultuurstad van Nederland, met onze prachtige theaters en musea, maar we zijn er niet voldoende trots op. We laten onze Haagse cultuursector keihard vallen. We lopen, in vergelijking met de andere grote steden enorm achter. Waar in Rotterdam ongeveer 150 Euro per bewoner naar cultuur gaat, is dat in Den Haag slechts 103 euro. Het is een kwestie van keuzes maken en dat geld is écht wel te vinden als je dat wil.” 

De oorzaken van de problematiek zijn duidelijk, aldus Bom: “Allereerst zijn de algemene exploitatiekosten enorm toegenomen, denk aan elektriciteit en de inflatie waar we allemaal mee te maken hebben. Daarnaast willen we van alles van de culturele instellingen, maar geven ze geen budget om aan de verwachtingen te voldoen. De personeelskosten zijn post-Covid enorm toegenomen en het aanbod is qua personeel schaars. Dan verwacht men vanuit de overheid -terecht wat ons betreft- Fair Pay voor alle werknemers, dat wil zeggen dat iedereen eerlijk betaald wordt voor de werkzaamheden. Dat kost dus meer geld. Maar extra budget om dat te realiseren komt er niet, dus moeten de instellingen zich in allerlei bochten wringen om eraan te kunnen voldoen, soms gaat dat ten koste van de artistieke voorstelling. Dat moeten we niet willen. Vooral het zwakke middenkader moet dringend versterkt worden. En wat ons betreft op korte termijn.” 

Lees hier onze schriftelijke vragen