Juist nu met de coronacrisis blijkt weer hoe kwetsbaar de groep dak- en thuislozen feitelijk is. Raadslid Janice Roopram en fractievertegenwoordiger Monique van Stuijvenberg (Hart voor Den Haag/Groep de Mos) zijn benieuwd hoe de recent aangekondigde landelijke middelen om dakloosheid aan te pakken eruit zien voor de gemeente Den Haag.

Het kabinet stelt € 200 miljoen beschikbaar voor de aanpak van dak- en thuisloosheid in 2020 en 2021. Het aantal mensen in Nederland dat dak- en thuisloos is, is onacceptabel hoog. Het geld is beschikbaar gesteld om samen met gemeenten, woningcorporaties, cliëntenorganisaties en zorgaanbieders werk te gaan maken van een veel betere opvang en begeleiding van deze kwetsbare groep. “Waar gaat dit geld in Den Haag aan worden besteed en hoe bereid de gemeente zich hierop voor?”, zo vragen beide politica’s zich af.

Staatssecretaris Blokhuis stelde onlangs dat de gemeenten al een aantal voorbereidende acties in gang kunnen gaan zetten zodat er, na het beschikbaar komen van het geld, direct gestart kan gaan worden met de uitvoering. De verwachting is dat het geld per 1 juni 2020 op de rekening van de gemeente Den Haag zal staan.

Monique van Stuijvenberg: “Duidelijk is dat Den Haag nog steeds goede opvangplaatsen, dagbesteding en woonplekken tekort komt, waarbij zeker ook de dakloze jongeren niet vergeten mogen worden. Juist deze groep jongeren verdient meer aandacht en hopelijk gaat dit met steun vanuit het rijk ook gebeuren. Denk bijvoorbeeld aan ondersteuning bij (om)scholing zodat de jongeren een goede baan kunnen vinden. Daarnaast is het helaas ook zo dat er een tekort is aan medische zorg, waarbij vooral de geestelijke gezondheidszorg meer aandacht verdient. Immers, onder de groep daklozen is nog steeds een percentage mensen met een verslavingsachtergrond, waarbij terugval absoluut voorkomen moet gaan worden. Wij zien dus genoeg kansen voor de gemeente om het niveau op te krikken.”

Monique van Stuijvenberg vervolgt: “Juist nu ten tijde van de coronacrisis blijkt hoe nodig ook de geestelijke én lichamelijke gezondheidszorg is. Door het wegvallen van de dagbesteding zwerft een grote groep mensen door de stad en zeker uit de ervaring die we in Scheveningen hebben opgedaan, is dat absoluut niet goed voor deze mensen én hun omgeving. Overlast bezorgen kan gewoon niet, terugvallen in hun verslaving moet absoluut voorkomen worden”.

Janice Roopram zal namens Hart voor Den Haag schriftelijke vragen stellen aan het stadsbestuur.

Lees hier onze schriftelijke vragen