Raadslid Rita Verdonk en fractievertegenwoordiger Monique van Stuivenberg: “Oproep tot betere beveiliging en snelle vervanging”
Hart voor Den Haag maakt zich grote zorgen over de toenemende diefstal van scootmobielen. De stalen kastjes waarin de laders van deze hulpmiddelen worden opgeborgen, blijken veel te eenvoudig open te breken. De opladers worden gejat en vaak komen de dieven later terug om de scootmobiel in busjes te tillen. Fractievertegenwoordiger Monique van Stuijvenberg: “Dit maakt deze scootmobielen een gemakkelijk doelwit voor criminelen, met alle gevolgen van dien voor de gebruikers die afhankelijk zijn van hun voertuig voor mobiliteit en zelfstandigheid.”
Snelle vervanging
Slachtoffers van scootmobieldiefstal bevinden zich vaak in een kwetsbare positie en ervaren grote hinder door het verlies van hun vervoermiddel. Daarom roept Hart voor Den Haag op tot een verplichting om gedupeerden binnen 48 uur na aangifte een vervangend vervoermiddel te verstrekken. “Op deze manier kunnen mensen met een mobiliteitsbeperking zo snel mogelijk weer deelnemen aan het dagelijks leven,” aldus van Stuijvenberg.
Daarnaast pleit de partij voor een centraal aanspreekpunt waar meldingen van gestolen scootmobielen en andere hulpmiddelen kunnen worden gedaan. Dit zal volgens Hart voor Den Haag niet alleen de registratie en opvolging van diefstallen verbeteren, maar ook bijdragen aan een effectievere aanpak van deze vorm van criminaliteit.
Mobiliteit geen luxe
Een schrijnend voorbeeld is Marco Mattheijer, die na de diefstal van zijn scootmobiel afgelopen oktober eerst met een kluitje het ambtelijk riet in werd gestuurd en weken moest wachten op een vervangend vervoermiddel. Nadat hij op advies van Van Stuijvenberg het secretariaat van de wethouder belde, werd hij direct geholpen.
Hart voor Den Haag roept gemeente, zorginstanties en fabrikanten dan ook op om gezamenlijk te werken aan betere beveiligingsmaatregelen en snellere oplossingen voor gedupeerden. “Mobiliteit mag geen luxe zijn, maar een recht dat beschermd moet worden”, aldus Monique van Stuijvenberg.