Vorige week werd bekend dat de kraamhouders van wijkmarkten de kosten voor de opbouw van de kramen niet meer kunnen dragen (1). Kraamhouders stellen dat de door de gemeente doorgevoerde prijsstijging van 40 procent gelijk staat aan het laten uitsterven van wijkmarkten, zoals op het Loosduinse Hoofdplein, de Leyweg en de Stevinstraat op Scheveningen.

“Als marktkooplui door te hoge tarieven uitwijken markten buiten Den Haag en Scheveningen, is dat de doodsteek voor zowel het winkelgebied Loosduinse Hoofdplein als het winkelcentrum Leyweg”, aldus Richard de Mos, die wil dat de Haagse Rekenkamer zich net als bij de Haagse Markt gaat buigen over de tarieven die marktlieden moeten betalen. De Mos: “Deze prijsstijging moet worden teruggedraaid willen we de wijkmarkten voor de stad op behouden. Het wordt tijd dat de gemeente eindelijk eens gaat luisteren naar de noodkreet die marktkooplieden van de wijkmarkten uitschreeuwen”.

De kooplui hebben aan de gemeente voorgesteld om hun kramen zelf op te zetten omdat dit voor hen kostenbesparend kan werken.
“Het door een uitverkoren kramenzetter laten opbouwen van de kramen werkt enorm prijsopdrijvend. Heel teleurstellend dat de gemeente weigert om de in nood zittende marktkooplui de helpende hand te bieden door henzelf de kramen te laten opbouwen. Dat is een win/win situatie: het zal de kosten voor marktkooplieden doen afnemen en de wijkmarkten voor de stad behouden”, aldus De Mos die vragen over de kwestie stelt aan de gemeenteraad.

(1)  https://www.ad.nl/den-haag/de-wijkmarkt-is-een-stervende-zwaan~a3572031/

Lees hier onze schriftelijke vragen