Raadslid Coen Bom: “Iedereen is trots op Scheveningen, maar dat stralen we te weinig uit”
Als het aan Hart voor Den Haag ligt krijgt Scheveningen een flinke impuls op het gebied van stadstrots. Raadslid Coen Bom woont zelf al tig-jaar op Scheveningen en merkt op dat de badplaats nog steeds weinig doet aan het uitstralen van trots: “Het Scheveningse wapen is iconisch en bij veel Scheveningers zelfs op de huid vereeuwigd. Het is een symbool van onze identiteit en dat zou je overal in terug moeten zien.”
Bom deelt de mening van de Haagse VVD dat het wapen op prominente plekken in Scheveningen zou moeten komen, zoals op putdeksels en paaltjes, maar gaat een stapje verder. “Denk aan een hele grote vlag bij de nieuwe rotonde bij de Duinstraat. Misschien belanden er dan ook meteen minder auto’s in de modder,” zegt hij met een knipoog, “Waarom wappert de vlag van Scheveningen niet op gemeentelijke gebouwen of op prominente plekken? Waarom niet een jaarlijkse viering van de landing van prins Willem Frederik op 30 november? De basis voor ons koninkrijk is in 1813 per slot van rekening in de Keizerstraat ontstaan. Op een plaquette na zie je er nauwelijks iets van terug. Je ziet nu vooral bewoners die zélf hun trots tonen met vlaggen in hun tuin, maar vanuit de gemeente blijft het stil. Sterker nog, het college vindt dat het al genoeg doet. Nou, dat vinden wij niet.”
Hart voor Den Haag blijft zich inzetten voor meer Scheveningse elementen. “Scheveningen verdient om te stralen. Het is tijd dat de gemeente dat ook erkent,” besluit Bom.