Den Haag is Den Haag niet meer. Waar ooit een gevoel van veiligheid heerste, wordt onze stad tegenwoordig met de dag onveiliger. Den Haag schrok de afgelopen jaren meer dan 150 keer op door explosies. Triest dieptepunt was de aanslag aan de Tarwekamp op 7 december vorig jaar, waarbij zes onschuldige mensen om het leven kwamen. Het is duidelijk: we zijn in oorlog met de criminaliteit en helaas is het stadsbestuur in die strijd tot dusver volledig tekortgeschoten. En dat terwijl het garanderen van veiligheid dé kerntaak van de overheid is. Het is de hoogste tijd voor verandering, tijd om de inwoners van Den Haag hun gevoel van veiligheid terug te geven.
Het aantal explosies in ons land is in de eerste helft van dit jaar opnieuw gestegen. Daarmee is de doelstelling van burgemeesters, politie en justitie om het aantal aanslagen met minstens tien procent terug te dringen, ver uit beeld. De oprichting van het Strategische Offensief Tegen Explosies (SOTE) zet tot dusver geen zoden aan de dijk.
De explosies, het geweld, het gevoel van onveiligheid zijn de directe gevolgen van falend overheidsbeleid. En wie zijn de dupe? Onschuldige burgers, ondernemers die hun zaak geruïneerd zien, ouderen en gezinnen die zich niet meer veilig voelen in hun eigen straat. De regering en het stadsbestuur lopen voortdurend achter de feiten aan. Dit gebrek aan daadkracht heeft de stad in zijn greep en de gevolgen voor de Hagenaars zijn dramatisch.
Het kan zo niet langer. We moeten met hardere maatregelen komen. De rechtsstaat staat op het spel. De enige manier om deze dreiging effectief te bestrijden is door een strikte, deels preventieve, maar vooral repressieve benadering.
De politie heeft momenteel te weinig mankracht om effectief op te treden. Daar moet verandering in komen. We moeten meer mensen werven voor de politie, bijvoorbeeld door agenten te verzekeren van een woning in Den Haag. De inzet van gespecialiseerde eenheden, die specifiek gericht zijn op de voorkoming van aanslagen met explosieven, kan het verschil maken. Deze eenheden patrouilleren vooral ’s nachts en voeren daarbij indien nodig preventieve fouilleeracties uit.
Verder pleit mijn partij, Hart voor Den Haag, voor de inzet van de Koninklijke Marechaussee. In uitzonderlijke gevallen moeten we zelfs niet schromen om het leger in te schakelen. In andere Europese landen gebeurt dat al bij soortgelijke problemen. We moeten de volledige capaciteit van de staat in zetten en laten zien dat er geen plaats is voor ongebreidelde criminaliteit in onze stad.
Er zijn meer concrete stappen nodig. We moeten het toezicht versterken. Bijvoorbeeld meer inzet van slimme cameratechnologie, kentekenherkenning en een intensievere samenwerking tussen gemeente, politie, Openbaar Ministerie en de inlichtingendiensten, ook om de handel in explosieven en illegaal vuurwerk te verstoren. De vraag is niet of we dit kunnen, maar of we het willen.
Het gevoel van veiligheid keert alleen terug als er sneller en harder wordt gestraft. Daders van aanslagen met explosieven moeten voelen dat ze zeer zware gevolgen kunnen verwachten. Alleen door hoge, afschrikwekkende straffen kunnen we voorkomen dat de criminaliteit nog verder uit de hand loopt.
De inwoners van Den Haag – en die van heel Nederland – verdienen het om weer veilig door hun eigen stad te kunnen lopen, ondernemers moeten niet hoeven vrezen voor aanslagen op hun winkels of restaurants. De regering en het stadsbestuur moeten nu handelen en de veiligheid van Nederland en Den Haag vooropstellen. We moeten alles op alles zetten om onze stad weer veilig te maken. Want Den Haag verdient beter, Nederland verdient beter. Den Haag moet weer Den Haag worden. En Nederland moet weer Nederland worden.
Richard de Mos, fractievoorzitter Hart voor Den Haag