Geachte heer Mr. R. van Asten,

Via deze brief richt ik mij tot u over een kwestie die mij en een groot deel van mijn fractiegenoten dwarszit. Het gaat om de uitsluitingspolitiek die u en uw partij ten aanzien van Hart voor Den Haag voert. Dat u in 2019 samen met andere partijen twee wethouders van Hart voor Den Haag heeft gedwongen tot aftreden – uw toenmalige collega’s, nog immer onschuldig, nog steeds geen zaak voor de rechtbank gebracht – is wellicht nog te begrijpen. Het zal wel de oude bestuurscultuur zijn geweest, die uw partij tot dan toe hanteerde. Maar dat excuus is na de laatste verkiezingen niet meer geldig.

Op 16 maart hebben de kiezers gesproken en ze hebben Hart voor Den Haag opnieuw de grootste gemaakt. Al die duizenden mensen deden dat in de volle wetenschap van de verdenkingen die het OM tegen de heren De Mos en Guernaoui had. Niettemin vormde dat voor de kiezer geen aanleiding om niet opnieuw een stevig mandaat aan Hart voor Den Haag te geven: negen zetels, zelfs één meer dan de vorige keer.

De situatie is dus veranderd, maar uw standpunt is merkwaardig genoeg hetzelfde gebleven. Sterker nog, u heeft uw uitsluitingspolitiek uitgebreid tot onze hele fractie en zelfs tot de hele partij. Naar mijn mening is dat ondemocratisch. De hele fractie is onschuldig. Ze zijn allen gekozen en hebben een democratisch mandaat. Ook de twee wethouders zijn nog immer onschuldig er is immers geen rechtelijke uitspraak.

Ik zie niet in waarom wij, als gehele fractie, schuldig worden bevonden aan iets dat we niet gedaan hebben. U weet dat collectieve schuld in de beschaafde wereld niet bestaat. De katholieke kerk heeft het na tweeduizend jaar uit zijn leerstellingen verwijderd. Ook in de moderne rechtspraak wordt het toepassen van het principe van collectieve schuld, zeker na de Tweede Wereld Oorlog, veroordeeld als een abjecte interpretatie van het recht op individuele integriteit en burgerschap. Kortom, met collectief schuldig verklaren van een groep doe je mensen schade en groot onrecht aan.

Uw opvatting en benadering richting mij en al mijn fractiegenoten, in het bijzonder de leden die voor het eerst gekozen zijn, is daarom schokkend en teleurstellend. Het getuigt in mijn ogen van weinig respect voor de geschiedenis en voor de democratie. Het is bovenal onbegrijpelijk. Als uw partij van oordeel is dat zij geen macht wil delen dan is dat niet ongebruikelijk; het is een onderdeel van de manier waarop het politieke bedrijf nu eenmaal werkt. Zeg het dan gewoon: ‘Wij van D66 krijgen meer te vertellen als we Hart voor Den Haag niet toelaten tot het dagelijks bestuur van de stad.’ Dat heet eerlijkheid. Dat is transparant. Dat is machtsdenken door de eeuwen heen.

Ik ben net als u gekozen als raadslid. U heeft net als ik één stem. We hebben beiden een Verklaring Omtrent Gedrag van het ministerie van Justitie ontvangen. Ik ben net als ieder raadslid toegelaten om elke functie te vervullen in ons democratische rechtssysteem. Waarom behandelt u mij dan anders?

En als we het toch over politieke smetten hebben: uw partij heeft, uitgerekend op dit moment, vuile handen. Het is een andere zaak, maar het is en blijft een integriteitskwestie. Er zijn begrippen genoemd als grensoverschrijdend gedrag (afkeurenswaardig), stalken (een misdrijf) en chantage (een misdrijf). Ook hier is de politie bij betrokken omdat de feiten zo ernstig waren dat een officieel waarschuwend gesprek noodzakelijk was.

Het gaat ook in dit geval om een prominent lid van D66. Als fondsenwerver voor D66 was hij, lees ik in uw cv, ook nog eens een ‘collega’ van u. Saillant is natuurlijk dat ook uw politiek leider, minister S. Kaag, heeft meegewerkt om de boel onder het tapijt te vegen.

Ondanks al deze feiten, die toch duidelijk wijzen op niet integer handelen, gaat het mij toch veel te ver om alle D66-leden daar op aan te spreken en hen van niet integer gedrag te beschuldigen. U begrijpt het: de vergelijking met uw onredelijke benadering van Hart voor Den Haag dringt zich op.

Dus voor alle duidelijkheid toch nog even deze boodschap: wij sluiten niet uit, niet op ras, kleur of geaardheid. En ook niet als iemand, of een partij een andere mening over de maatschappelijke inrichting van onze democratie heeft.

Ik weet zeker dat als u, naar aanleiding van deze brief, een nieuwe afweging maakt, u tot de conclusie zult komen dat het collectief uitsluiten van Hart voor Den Haag onrechtvaardig en onnodig is.

Met onschuldige groet,

Constant Martini, mede namens: 

Rita Verdonk,

Arjen Dubbelaar,

Ralf Sluijs

Coen Bom

Jelle Meinesz

Carlos Martinez van Andel