De Gemeenteraad in vergadering bijeen op 24 maart 2016 ter bespreking van het voorstel van het college inzake Gedragscode Integriteit burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag 2016 (rv 26; RIS 290921)
wijzigt Artikel 5.3. lid 1 als volgt:
De burgemeester respectievelijk een wethouder legt binnen één maand verantwoording af over de afgelegde dienstreizen. In dat verslag wordt ten minste uitgewerkt:
-de bestemming van de reis,
-de duur van de reis,
-de grootte van het reisgezelschap,
-aanleiding en doel van de reis,
-een toelichting of het doel is gerealiseerd cq de verwachting van het tijdstip waarop het beoogde doel is gerealiseerd,
-reis- en verblijfkosten van het collegelid (gespecificeerd),
-reis- en verblijfkosten van meereizende ambtenaren (gespecificeerd).
Toelichting
Hagenaars hebben het recht op een transparante verslaglegging van een dienstreis van collegeleden. In het oorspronkelijke voorstel wordt dat onvoldoende gewaarborgd.
Richard de Mos