3 maart 2020 Beantwoording Schriftelijke vragen woonwagenlocaties

Overeenkomstig Artikel 30 van het Reglement van Orde stelt het lid de Blok (Hart voor Den Haag/Groep de Mos) vragen aan de voorzitter van de Haagse gemeenteraad.

Onlangs was ik in gesprek met een vertegenwoordiger van de vereniging voor Sinti, Roma en woonwagenbewoners in Nederland. Uit dit gesprek kwamen een aantal vragen voort die ik het college wil stellen:

1). Heeft het college inmiddels geïnventariseerd welke woonwagenlocaties in aanmerking komen voor de aanleg van extra standplaatsen? Zo ja, waar en om welke aantallen extra standplaatsen zal het gaan? Zo nee, waarom niet? (*)
2). Heeft het college een maximaal aantal standplaatsen per locatie in gedachten?
3). Is het aantal wachtenden voor een standplaats in 2019 gedaald?
4). Hoe groot is het aantal wachtenden momenteel op de wachtlijst voor een standplaats?
5). Welk aantal wachtenden voor een standplaats vindt het college acceptabel?
6). Is de wachttijd voor een standplaats langer of korter dan voor een sociale woning?
7). Is het college inmiddels in gesprek getreden met de buurgemeenten aangaande de realisatie van woonwagenstandplaatsen?

William de Blok
Hart voor Den Haag/Groep de Mos

(*) https://denhaag.raadsinformatie.nl/document/6781182/1/RIS300351