Hart voor Den Haag: PvdA wethouder Balster trekt eigen partij voor
Ralf Sluijs: “PvdA dient voorstel in en nog dezelfde dag hebben ze een collegereactie waar andere partijen soms een jaar op wachten”
Het is een breed gedeelde frustratie in de Haagse raad: ingediende initiatiefvoorstellen en discussienota’s die soms wel langer dan een jaar op een reactie van het stadsbestuur moeten wachten. Groot is dan ook de verbazing dat de PvdA fractie, die woensdag een vierpuntenplan indiende, nog dezelfde dag een positieve reactie van de eigen wethouder kreeg. Hart voor Den Haag is woest over de opzichtige bevoordeling door wethouder Martijn Balster.
“Het is nog veel gekker, de reactie dat de wethouder “alle punten meeneemt in komende voorstellen of lobby naar de Rijksoverheid”, stond zelfs al in het persberichtje van de fractie opgenomen. Totale waanzin”, zegt raadslid Ralf Sluijs die ziet dat alle gebruikelijke procedures met voeten getreden zijn. “Op het moment dat de collegereactie al in het persbericht stond, was het hele voorstel nog niet eens in het raadssysteem opgenomen. Daar moet eerst sprake van zijn voordat het überhaupt in de molen van behandeling terechtkomt. Het is onmogelijk dat deze reactie ook in het college besproken is zoals dat hoort”, zegt Sluijs die spreekt van een opzichtig een-tweetje tussen de PvdA fractie en haar eigen wethouder Balster. “Waar andere partijen soms een jaar of langer moeten wachten, wordt het hier in de achterkamertjes dezelfde dag nog even geregeld”, zegt Sluijs die erop wijst dat alleen van zijn partij al diverse voorstellen maanden of langer dan een jaar op behandeling wachten. “Het initiatiefvoorstel Nationaal Ereveld Den Haag, een plan voor verbeteringen in Zuidwest en een voorstel voor meer broodnodige parkeerplekken in Laak, om maar eens wat te noemen”, zegt Sluijs die het een ‘schaamteloze schoffering’ van de raad noemt dat een collegepartij dezelfde dag nog antwoord krijgt. “Hier is het laatste woord nog niet over gezegd”, aldus het raadslid die erop wijst dat de raad voor de zomer nog een motie van Hart voor Den Haag aannam die het college opdraagt om voorstellen binnen drie maanden van een advies te voorzien en binnen maximaal een halfjaar te behandelen in de raad. “Als dit daar de uitwerking van is, dan hebben we toch een probleem met elkaar”, besluit Sluijs.
Hart voor Den Haag stelt schriftelijke vragen en Sluijs stelt de kwestie ook aan de orde in het presidium (dagelijks bestuur) van de raad.