17 september 2019 Beantwoording Schriftelijke vragen dierenmishandeling

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stellen de raadsleden Nino Davituliani en René Oudshoorn de volgende vragen:

Tussen de vragen kan de vragensteller nog nadere tekst invoegen. Deze mag de mening van de partij weergeven.

1. Bent u bekend met het artikel: “dierenmishandeling minder vaak bestraft, dierenagenten besteden meer tijd aan ‘gewoon politiewerk’(*)?

2. Hoe worden de dierenwelzijnsorganisaties betrokken bij meldingen over dierenmishandeling en verwaarlozing?

3. Hoeveel gevallen van dierenmishandeling hebben zich in de laatste 2 jaar in Den Haag voorgedaan?

4. Op welke manieren probeert het college om dierenmishandeling in Den Haag het hoofd te bieden?

5.  Is het college met Hart voor Den Haag van mening dat het melden, handhaven en opsporen van dierenmishandeling in Den Haag momenteel nog te wensen overlaat en dat er snel een oplossing moet komen die handhaving en opsporing garandeert?

6. Hoeveel taakaccenthouders dierenpolitie werken er momenteel bij de politie-eenheid Den Haag?

7. Is het college bereid om met de politie in gesprek te treden met de vraag om de dierenmishandeling voor de taakaccenthouders als prioriteit op te nemen?

8. Hoe kijkt het college tegen het opleiden en het inzetten van BOA’s voor het signaleren dierenmishandeling?