28 november 2019 Beantwoording schriftelijke vragen bestemmingsplan Bloemenbuurt
Overeenkomstig Artikel 30 van het Reglement van Orde stelt het lid de Blok (Hart voor Den Haag/ Groep de Mos) vragen aan de voorzitter van de Haagse gemeenteraad.
Het ontwerp bestemmingsplan Bloemenbuurt dat onlangs ter inzage heeft gelegen is volgens de gemeente conserverend. Aan het Raadsvoorstel wordt thans gewerkt. De verwachting is dat het ontwerp- bestemmingsplan in november in de Commissie zal worden behandeld.
1.Is het College ermee bekend dat het bestemmingsplan als conserverend wordt betiteld (1)?
De vraag is of de grootschalige wijzigingen zoals het met een binnenplanse wijziging toestaan van 2 extra bouwlagen op flats, honderden extra dakopbouwen tot 4 lagen hoog nog valt binnen de redelijkheidstoets van de term conserverend. In ieder geval durf ik te stellen dat de impact ervan niet is doorgedrongen bij het Wijkberaad en de bewoners van de Bloemenbuurt. Dit is duidelijk geworden met de opkomst van slechts 15 personen op de inloopavond op 8 mei 2019 over het bestemmingsplan. Het vraagt weinig verbeeldingskracht om te beseffen dat er veel onrust zou zijn ontstaan in de Bloemenbuurt wanneer er wel transparant was gecommuniceerd over de plannen en over wat er allemaal is ondergebracht in dit ‘conserverend bestemmingsplan’.
2.Is het college het ermee eens dat de term conserverend voor het bestemmingsplan Bloemenbuurt onterecht is?
3.Is het college bekend met de zorgen van bewoners in de Bloemenbuurt over de verruiming van de mogelijkheden om een dakopbouw te plaatsen?
In opdracht van de gemeente is door bureau Peutz ter voorbereiding op dit bestemmingsplan een bezonningsstudie uitgevoerd. De resultaten daarvan zijn als bijlage bij het bestemmingsplan gevoegd. In bijna alle situaties is geconcludeerd dat de situatie voldoet aan een norm, die niet van toepassing is op de Bloemenbuurt. Omdat de gemeente stelt dat de uitkomst van deze berekening bepaalt of een dakopbouw wel of niet mogelijk is, is het van groot belang dat belanghebbenden de berekening kunnen begrijpen en toetsen. De gegevens die ter inzage zijn gelegd, zijn daarvoor onvoldoende en voor een gemiddelde bewoner van een gemeente onbegrijpelijk. Doordat de bewoners niet de tijd is gegund dit in een inloopavond bij de gemeente onder de aandacht te brengen gaat de gemeente wel heel kort door de bocht door te stellen, dat als gevolg van een nieuw vastgestelde bezonningsnorm, er ineens op meer plekken dakopbouwen mogelijk zijn.
4.Is het college het met mij eens dat het belangrijk is draagvlak te hebben voor het doorvoeren van wijzigingen in de woonomgeving?
4.De bewoners zouden graag alsnog met de gemeente om de tafel zitten om een en ander mondeling toe te lichten. Is het college bereid om nog voor behandeling van het raadsvoorstel in de commissie een informatieavond te organiseren?